Vertalingen split up EN>NL
to split up | opsplitsen (ww.) ; zich splitsen (ww.) ; verdelen (ww.) ; van elkaar gaan (ww.) ; uitmaken (ww.) ; uiteengaan (ww.) ; uit elkaar gaan (ww.) ; splitsen (ww.) ; scheiden (ww.) ; opdelen (ww.) ; delen (ww.) |
split up | uit elkaar ; vaneen ; van elkander ; van elkaar ; uitelkaar ; uiteen ; uit elkander |
Bronnen: interglot; Vlietstra
Voorbeeldzinnen met `split up`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: separate